
Kantongerecht Tilburg Uitgebreid


“De jury is zeer te spreken over de erfgoedvisie van Bedaux de Brouwer Architecten: Altijd meebewegend, maar nooit contrasterend. Toevoegingen zijn vormgegeven in het bestaande palet of in zorgvuldig uitgekozen materialen die hierop aansluiten.”

Bakermat
Al meerdere jaren groeide binnen het bureau de wens de werkomgeving een meer eigentijds karakter te geven. Daar het bureau al sinds 1937 gevestigd was in een villa aan de door bossen omgeven Doctor Keyzerlaan in Goirle, lag verhuizen niet direct voor de hand. Door de jaren heen is het oude woonhuis van oprichter Jos. Bedaux meerdere malen verbouwd en uitgebreid om het alsmaar groeiende bureau onderdak te blijven bieden. De villa verloor zijn woonfunctie en het volledige gebouw werd gebruikt als kantoor. Over een periode van meer dan 80 jaar volgden verschillende generaties architecten elkaar op binnen deze bakermat van het bureau.
Hoewel het gebouw zijn functie als woonhuis verloren had, bleef de oorspronkelijke ruimtelijke karakteristiek van gangen en kleine kamers de indeling van het kantoor en daarmee de manier van werken domineren. Waar oorspronkelijk één architect een heel team van bouwkundigen aanstuurde, veranderde dat gaandeweg naar een meer evenwichtige situatie. Een balans waar ontwerpers en bouwkundigen in gelijke aantallen vertegenwoordigd waren en veel meer gingen samenwerken. Deze interne kruisbestuiving en behoefte aan samenwerking stond op gespannen voet met de gefragmenteerde en organisch gegroeide werkomgeving.
Daarom werd de unieke kans om in het Kantongerecht te trekken met beide handen aangegrepen. Het gebouw ligt op een prominente locatie in het centrum van Tilburg met een goede verbinding tot het openbaar vervoer. Maar het is bovenal een gebouw met karakter en overmaat waar we kunnen werken zoals we dat ambiëren. Grotere werkvloeren in combinatie met meer intieme werkplekken waar je je kunt terugtrekken. Plekken waar maquettes, tekeningen en monsters uitgestald kunnen worden en waar het spelende en experimenterende element van ontwerpen volledig tot zijn recht kan komen. Dit allemaal in het eigen erfgoed van het bureau.




Het Kantongerecht
Het Kantongerecht is een gemeentelijk monument en door de Rijksbouwmeesters Jo Coenen en Floris Alkemade aangemerkt als inspirerende naoorlogse bouwkunst in Nederland. Het was een belangrijk onderdeel van de stedelijke vernieuwing in de jaren ’60 in Tilburg. In die tijd werd de oude binnenstad rigoureus vernieuwd. De oude en verpauperde wijken rondom het Paleisraadhuis werden gesloopt en er kwam meer ruimte voor hoogstedelijke inbreiding. De auto kreeg een dominerende rol in het straatbeeld. Naast nieuwe voorzieningen zoals wonen, werken en winkelen werden de belangrijke maatschappelijke en culturele instituten rondom het oude Paleisraadhuis gesitueerd. Tegenwoordig staat dit gebied bekend als het Forum van de stad. Naast een plek voor de kerk, het gemeentehuis en de schouwburg werd er ook een plek voor een nieuw gerechtsgebouw opgenomen. Jos. Bedaux ontwierp in 1963 het Kantongerecht als een autonoom en alzijdig volume. Het perceel is nagenoeg vierkant en de ruimtelijke opzet is ontworpen als een L-vorm rondom een grote patio aan de zuidoostzijde. Binnen de L-vorm wordt gespeeld met ruimtes door afwisseling van hoog en laag, ruim en smal en licht en donker. Het gebouw is georganiseerd rondom een royale centrale trappenhal. Deze hal geeft op de eerste verdieping toegang tot de grote zittingszaal die qua maat en schaal een inpandige tegenhanger van de patio vormt. Aan de buitenzijde oogt het gebouw als een massief en eenduidig volume. Het gebouw is grotendeels bekleed met lichtgrijze Muschelkalksteen die als een huid rondom het volume is getrokken. De gevels zijn afwisselend gesloten of juist heel transparant, maar altijd dynamisch en ritmisch. Aan de zuidoostzijde ter plaatse van de patio wordt het natuursteen opgetrokken en toont het de gelige bakstenen binnenwereld van het gebouw. Dit metselwerk is verfraaid met een monumentaal bakstenen kunstwerk ontworpen door de met Jos. Bedaux bevriende kunstenaar Luc van Hoek. In het interieur is het gebruik van steenachtige materialen doorgezet. De hoofdcirculatieruimtes zijn vormgegeven met dezelfde gelige baksteen. De vloer wordt gevormd door Noorse leisteen met daarop een raster van wit marmer. Als plafond is wit akoestisch spuitwerk toegepast. Het totaal is een binnen het idioom van Jos. Bedaux veelvuldig toegepast materialenpalet voor publieke gebouwen. De aan de gangen en centrale hal grenzende kantoren zijn soberder en in stucwerk opgezet. De grote zittingszaal vormt een uitzondering door de gelige metselwerk muren die de ruimte van een indrukwekkend monumentaal karakter voorzien. In contrast met de circulatieruimtes is hier een zwart marmoleum vloerafwerking met een zwart geverfd houten lattenplafond toegepast. Binnen dit robuuste canvas heeft het bureau van Jos. Bedaux destijds ook de kans gekregen het ontwerp van zelfs de kleinste details te verzorgen. Zo zijn de deurkrukken, balustrades, smeedwerk en lichtarmaturen allemaal naar de hand van Jos. Bedaux en siert een speciaal hiervoor ontworpen kroonluchter de grote zittingszaal. Het idioom van Jos. Bedaux werkt na drie generaties nog steeds duidelijk door in het huidige werk van het bureau. Ons werk kenmerkt zich door een balans te zoeken tussen modernisme en traditie. Het vertrekt vanuit de ruimtelijke context en de kracht van eenvoud en wordt verfijnd door minimalistische details in combinatie met het gebruik van ambachtelijke materialen. Dit met oog voor de ruimtelijke dimensie en verfijnde gevelcomposities.




Voortbouwen en meebewegen
Met het vertrek van veel gerechtelijke functies uit de stad kwam het Kantongerecht leeg te staan en ontstond er een kans voor een nieuwe programmatische invulling. Niet alleen het Kantongerecht maar ook het gebied rondom het Paleisraadhuis, het Forum, ondergaat momenteel een grote transformatie. De dominantie van de auto wordt drastisch teruggedrongen en er ontstaat veel meer ruimte voor de voetganger en vergroening. Van een locatie aan een drukke verkeersader komt het gebouw straks te liggen aan een fraai ingericht en autoluw plein. Naast ons eigen bureau zullen meerdere bedrijven zich in het pand vestigen. Het idee is om met andere disciplines een kruisbestuiving binnen het gebouw op gang te brengen. Het collectieve gebruik van de centrale hal en de patio lenen zich hier uitstekend voor. Daarnaast zal er ruimte komen voor horeca in de plint met een terras aan het Forum én in de patiotuin. Hoewel er zich meerdere bedrijven in het pand zullen vestigen, blijft het concept dat het één gebouw, één instituut is dat zich ook als zodanig aan het Forum presenteert. Het gebouw behoudt één hoofdentree en de esthetische samenhang tussen de individuele invullingen door de verschillende bedrijven wordt geborgd. Het bestaande gebouw kent een ruimtelijke overmaat en een ambachtelijke kwaliteit die we tegenwoordig nog nauwelijks zien. Om hierin ons eigen bureau en andere bedrijven te kunnen vestigen is een ongekende luxe. Het bestaande gebouw en het originele ontwerp is dan ook opgevat als basis van waaruit we werken. We zijn doorgegaan waar Jos. Bedaux ooit gestopt is en bouwen daar op voort.
De ingrepen die we doen staan in dienst van het originele monumentale en steenachtige karakter van het gebouw. De door de jaren heen ontstane verrommeling als gevolg van installaties, systeemplafonds en lichte scheidingswanden is verwijderd of op subtielere wijze geïntegreerd. Zo is het aantal installaties en kanalen op het dak teruggebracht tot een minimum met daarbij een duurzamer en vraaggestuurd koeling- en verwarmingssysteem. Daar waar mogelijk zijn de wanden, vloeren en daken voorzien van een flinke laag isolatie. Het bestaande materialenpalet en de specifieke ruimtelijke toepassing ervan is het uitgangspunt. De toevoegingen die we doen zijn vormgegeven in het bestaande palet of in zorgvuldig uitgekozen materialen die hierop aansluiten. Altijd meebewegend maar nooit contrasterend. De belangrijkste toevoegingen zijn vormgegeven in hout. Een puur en ambachtelijk materiaal dat mooi aansluit bij het bestaande palet van baksteen, beton en natuursteen. Allen eenvoudige en pure materialen die we als bureau graag toepassen. Daarnaast is hout een duurzaam en hernieuwbaar materiaal dat mooi veroudert en zich zowel nu als in de toekomst gemakkelijk laat in- en aanpassen. Het nieuwe balkon in de grote zittingszaal, dat een nieuwe visuele verbinding tussen de eerste en tweede verdieping tot stand brengt, bestaat uit houten zwarte latten die aansluiten bij het al aanwezige zwarte lattenplafond. Ook de akoestische wanden in de vergaderruimtes en de door onszelf ontwikkelde systeemplafonds zijn volledig vormgegeven in hout. Afhankelijk van de materialisatie van de wanden, baksteen of stucwerk, zijn de latten respectievelijk zwart of lichtgrijs gebeitst. Met het nieuwe gebruik van het gebouw worden er ook andere eisen gesteld aan het ruimtegebruik en de circulatie. De gemaakte ingrepen zijn gedaan om fysieke en visuele verbindingen binnen het gebouw te introduceren of te versterken. Ons bureau betrekt de tweede verdieping, de oude archiefvloer en de grote zittingszaal op de eerste verdieping. Deze verdiepingen zijn door een nieuwe subtiel geïntegreerde houten trap met elkaar verbonden. Deze nieuwe verbinding maakt de oude archiefvloer, die altijd lastig bereikbaar was, een beter geïntegreerd onderdeel van het geheel. Waar zich op de tweede verdieping de vaste en flexibele werkplekken bevinden is er op de tussenvloer ruimte voor ontwerp en experiment. Hier bevindt zich de bibliotheek, (digitale) overlegruimtes, de materialen- en monsteropslag en de maquettewerkplaats. In plaats van het aanschaffen van een geheel nieuwe inventaris is ook hier juist gekozen voor een vorm van voortbouwen. Het bestaande meubilair is zodoende meeverhuist. Waar de meubels in het oude woonhuis, in ruimtes met systeemplafonds, tl-balken en donkergrijs tapijt, oubollig aandeden, blijken ze in hun nieuwe context juist weer op te leven en nog prima bruikbaar te zijn. Daar waar nodig wordt de inventaris aangepast of uitgebreid met nieuwe verfijnde meubels die bijvoorbeeld de centrale hal zullen sieren. Hoewel het plan was om een gereed gebouw te betrekken, bleek de praktijk weerbarstiger. Onze visie is om als ontwerper zo dicht mogelijk bij het maakproces te staan en dat is nu erg letterlijk het geval; het bureau bevindt zich deels op de bouwplaats. Door het huidige investeringsklimaat en de vele werkzaamheden op en om het gebouw nemen andere huurders een afwachtende houding aan. Dit samen met de uitloop van de bouwwerkzaamheden en stijgende bouwprijzen heeft ervoor gezorgd dat we nu kantoor houden in een pand dat in ontwikkeling is. Deze traagheid schrikt ons niet af en is misschien wel eigen aan een oud bureau als het onze. Onze voorwaarden zijn dat alles wat we doen, we goed en gedegen doen. Als we hier nu niet aan kunnen voldoen, wachten we af en doen we het later. Het gebouw transformeert op deze manier traag en komt misschien wel nooit helemaal af. Dus de komende tijd zullen we blijven voortbouwen en meebewegen.


“Er is bewust gekozen voor de aanpak wat nog niet kan, stellen we uit. Die wordt door de jury hoog gewaardeerd. Want daardoor zegt de opdrachtgever ook: als we wat doen, moeten we het goed doen. Daarmee accepteer je vertraging, maar garandeer je ook hoge kwaliteit in de uitwerking.”

Projectgegevens
Opdrachtgever | Stadhuisplein Bedaux B.V. |
Ontwerp | 2023 |
Fotografie | René de Wit |